Het moet in het oude Egypte een veelgebruikte spreuk geweest zijn: ỉrỉ hrw nfr, mogelijk uit te spreken als ‘iri herru neffer’. Een Egyptoloog vertelde me dat de gangbare en taalkundig waarschijnlijk juiste vertaling is: ‘viert de goede dag’, carpe diem. De spreuk staat ook boven een uitzonderlijk expressief reliëf van een blinde harpspeler. Het laat zich met stille bewondering bezichtigen in het Leid’s museum. Die blinde harpist moest met een lied bijdragen tot het genieten van de dag, in een wereld waar alles vergankelijk is.
Door velen wordt het leven in de westerse wereld in materiële en deels ook in culturele zin ervaren als nog nooit zo goed geweest te zijn als vandaag de dag. Allerwegen is het ỉrỉ hrw nfr, viert de goede dag, carpe diem’. Hierbij is enige relativering op zijn plaats. In vroege tijden – althans in tijden van rust en vrede – heeft men vaak zichzelf gezien op een hoogtepunt van welzijn en beschaving met een terugblik op een minder goed bedeeld verleden.
Een Amerikaanse oriëntalist schijnt de spreuk eens met een andere intonatie vertaald te hebben als ‘viert de laatste dag’; morgen is het voorbij; memento mori. Juist of onjuist, maar die vertaling geeft te denken. Het oude Egypte bewees millenia lang duurzaamheid (survival value) in een beperkte leefruimte aan weerszijden van de Nijl. Amerika heeft nog geen survivak value bewezen. Daar heeft, na de grote emigratiestromen vanuit Europa, onze westerse levensstijl in niet veel meer dan een eeuw tijds een heel continent geconsumeerd en in beslag genomen. Is onze westerse consumptie maatschappij een verblinde harpist? We weten dat op een eindige planeet geen oneindige (energie) consumptie, geen oneindige mobiliteit en geen oneindig grote ecologische voetsporen mogelijk. Maar wezingen het ene en verdringen het andere ỉrỉ hrw nfr.
Beleving van geluk en welzijn hangen niet af van hoge consumptieniveaus. De Egyptenaren hadden duurzaamheid. Wij hebben mogelijk iets betere sociale verhoudingen en wij hebben moderne techniek met oogheelkunde voor blinden. In principe willen we niet leven ‘op kosten van komende generaties’, maar voor wat betreft duurzaamheid hoopt de industrialiserende wereld liever op een wonder van de kant van miraculeuze techniek. Als dat wonder niet realiseerbaar is, dan wordt het ‘na ons de zondvloed, viert de laatste dag, memento mori’. Het is wellicht onze grootste zonde dat we maar doorgaan met onze consumerende levensstijl tot aan het punt ‘op is op’, het punt van ineenstorting. Pugwash gebruikt titels als ‘Towards a sustainable, equitable and liveable world1 (naar een duurzame, faire en leefbare wereld)’ en ‘Sharing the Planet’. Dat zijn woorden waaraan we inhoud moeten geven met:
ỉrỉ hrw nfr = Carpe Diem.
1 Editors: Ph.B.Smith et al; The World at the Crossroads”; towards a sustainable, equitable and liveable world; EARTHSCAN, 1994