Op verzoek van het bestuur van Pugwash-NL vertelde Jan Gerbrandy tijdens de jaarvergadering op 15 december over de dood van de Britse expert omtrent biologische wapens: Dr. David Kelly. Wat hier volgt is een als verslag herschreven versie van zijn tekst.
Ik had Kelly menigmaal ontmoet tijdens bijeenkomsten in het Britse collega-instituut te Porton-Down en bij VN-overleg in Genève over het Biologische wapenverdrag. Maar vooral leerde ik hem kennen in augustus 1994 als de bekwame leider van een UNSCOM-inspectieteam in Irak. Latere ontmoetingen tijdens Puwash-workshops in Oegstgeest of Genève boden goede gelegenheid om bij te praten en herinneringen op te halen.
De eerste berichten op 18 juli ’03 over David Kelly’s waarschijnlijke zelfmoord en de beroering daarover in Engeland, schetsten een beeld dat zozeer strijdig was met mijn herinneringen aan hem, dat pas het zien van een foto in Trouw van 19 juli me van de trieste waarheid overtuigde. Britse kranten en de BBC maakten duidelijk dat Kelly speelbal en zondebok was geworden in een heftig conflict tussen de regering Blair en de BBC over de mate waarin de waarschijnlijke – maar niet bewezen – aanwezigheid van massavernietigingswapens, een gewapende inval in Irak zou kunnen rechtvaardigen.Het beeld dat in Britse en ook Nederlandse media van Kelly werd geschetst als een timide, wat onhandige ambtenaar die zijn mond voorbij sprak tegenover een BBC- journalist, strookte absoluut niet met dat van Kelly zoals ik hem kende: Een waarheidsgetrouwe onderzoeker, een ferm woordvoerder die zaken onbevangen bij hun naam noemde en een uitmuntend chief-inspector in Irak. Het leek op een karaktermoord, die ik zo mogelijk wilde corrigeren.
Een hiertoe geschreven concept-artikel heb ik op zondag 20 juli na telefonisch contact naar de redactie van Trouw gefaxt. Dit resulteerde in een telefonisch interview, dat op 21 juli in Trouw verscheen, terwijl het redactionele artikel de conclusie overnam, dat David Kelly door zijn politieke bazen voor de leeuwen leek te zijn geworpen.
Later in die week volgde een tweede telefonisch interview met Karel Knip van NRC-Handelsblad, via doorverwijzing van Jan Medema. In de bijlage Wetenschap en Onderwijs van 26 juli verscheen een uitvoerig artikel met de titel “Oorlogsslachtoffer” dat recht doet aan Kelly’s grote kwaliteiten, als manager en als persoon.
Kelly had in zijn optreden iets van de onverschrokken ridder die de draak bestrijdt. Dictatoriale regimes of charlatanerie waren zijn natuurlijke vijanden. Dat die overheid zijn loyaliteit niet langer beantwoordde, is wellicht datgene geweest, wat hem totaal uit balans bracht en de dood indreef. Als oud-collega en bewonderaar van David Kelly blijf ik het daar moeilijk mee hebben.