Na ‘Sharing the Planet’: een nieuw initiatief?

De Pugwash-conferentie ‘Sharing the Planet’, die in 2002 in Groningen is gehouden, heeft een fraai boekwerk opgeleverd. Toch roept de daar aan de orde gestelde problematiek ook zeker nadere vragen op. Met name lijkt ons een afzonderlijke bezinning nodig en urgent op het gewichtige punt van (het gebrek aan) houdbaarheid van de bestaande patronen van produceren en consumeren in de Westerse samenleving, alsmede over de mogelijkheden die effectief te veranderen.
 
De volgende redenen zouden wij daarvoor willen aanvoeren :
 
1) Het wordt steeds duidelijker dat de Westerse levensstijl inherent onduurzaam is. Dus ofwel gaan we door op de weg van expansie, groei en een steeds grotere druk op het milieu, met catastrofale gevolgen, vooral wanneer steeds grotere delen van de wereld (China, India enz.) op de tour van de ‘western way of life’ gaan.(1) Ofwel we nemen maatregelen (maar dan ook werkelijk) om de aan de gang zijnde ontwikkeling om te buigen. Het rapport GEO-2000 van het UNEP (verschenen najaar 1999), dat een inventarisatie gaf van de mondiale situatie op milieugebied op de drempel van de millenniumwisseling, riep dan ook de rijke landen op om de productie/con­sumptie met 90% terug te schroeven (vgl. de ‘factor 10’ discussie) om de rest van de wereld de ruimte te bieden zich te ontwikkelen.
 
2) Maar al zou de moderne levensstijl niet aan de bovengenoemde uiterlijke beperkingen onderhevig zijn, dan nog moet zij als zeer problematisch beschouwd worden, en wel om in het menselijk vlak gelegen redenen. Om er enkele te noemen:
 
a. De steeds grootschaliger en anoniemer structuren (economisch, bestuurlijk enz.) werken gevoelens van vervreemding en verlorenheid in de hand, met als gevolg verlies van betrokkenheid en motivatie in de bedrijven, scholengemeenschappen, de politiek e.a. Het verlies aan menselijke maat (gepaard met andere factoren zoals toenemende mobiliteit) werkt eroderend op kleinere gemeenschappen en duurzame banden tussen mensen.
 
b. Welzijn is in de moderne samenleving steeds meer vereenzelvigd met materiële welvaart. Daardoor zijn de meer ‘immateriële’, sociale, culturele en spirituele dimensies van welzijn toenemend in de verdrukking geraakt. Mensen hebben bijvoorbeeld steeds minder tijd voor elkaar. Vele publicaties en onderzoeken wijzen uit dat de gestegen welvaart mensen niet ‘gelukkiger’ gemaakt heeft (Zie bijv. Jul. Schor, The Overspent American).
 
c. De moderne cultuur moedigt door haar ‘logica’ houdingen (zoals hebzucht, afgunst, wantrouwen, cynisme e.a.) aan die altijd (en eigenlijk nog steeds) als bedenkelijk en in moreel opzicht inferieur beschouwd zijn. Zij is kortom een cultuur van het ‘hebben’ en niet van het ‘zijn’ (Erich Fromm) met de ziekmakende gevolgen daarvan.
 
d. Onze cultuur heeft een indruk-wekkende uiterlijke machinerie (techniek, organisatiekunde) geschapen. Hand in hand daarmee heeft zich de instrumentele rationaliteit t.o.v. de ‘waarderationaliteit’ verzelfstandigd (we weten hoe het werkt, maar niet waarvoor). Kortom, dit is een in spiritueel opzicht arme cultuur met een aanmerkelijk tekort aan visie en zin.
 
Als we er nu van uitgaan dat:
 
1) er een drastische koerswijziging van de moderne consumentistische levensstijl noodzakelijk is, ofwel er een dringende behoefte bestaat aan enigerlei vorm van een ‘economie van het genoeg’; en
 
2) die consumentistische levensstijl deel uitmaakt van een omvangrijk patroon van opvattingen, praktijken en instituties; bovendien dat patroon ook uitgesproken positieve effecten gehad heeft zoals de moderne rechtsstaat, de democratie, de moderne wetenschap (naar haar ideële aspect) als onvooringenomen zoeken naar waarheid;
dan lijkt de conclusie nauwelijks te vermijden dat er nog eens een omvangrijke dieptepeiling naar dat patroon van de ‘moderniteit’ verricht zou moeten worden (uiteraard voortbouwend op veel waardevol onderzoek). Zonder zo’n poging zicht te krijgen op de achtergronden en drijvende krachten van het moderne sociale systeem zijn de initiatieven tot bijsturen van het maatschappelijk proces tamelijk krachteloos en resultaatarm, zoals het nationale en internationale milieubeleid, maar ook de activiteiten van allerlei actiegroepen laten zien.
 
Zo’n (toegegeven, nogal pretentieus) project zou onzes inziens door een groep moeten worden uitgevoerd waaraan vertegenwoordigers van diverse disciplines deelnemen, zoals (cultuur)­sociologie, economie, psychologie, biologie/ecologie, ideeën- en wetenschaps­geschie­denis, filosofie, theologie/godsdienst­weten­schap e.a.
 
Oproep aan de leden…
 
Graag zouden we daarom in deze eerste, prille fase bij de leden van Pugwash willen aftasten, of zij de urgentie van een dusdanig project onderschrijven. Ook reacties over de mogelijke inhoud en vormgeving zijn bij ons van harte welkom.
 
door Bob Goudzwaard en Koo van der Wal

Laat een bericht achter