(Werkgroep I; Bob van der Zwaan)
De 54ste Pugwash Conference on Science and World Affairs vond plaats in Seoul, Zuid-Korea, van 4-9 oktober 2004. In Werkgroep I, die zoals gebruikelijk over het centrale Pugwash-thema kernontwapening ging, werd gedurende vijf sessies uitgebreid gediscussieerd over de uitdagingen die de internationale gemeenschap op dit gebied dient aan te gaan. De algemene indruk was dat de mensheid momenteel voor een kritisch punt staat met betrekking tot de dreiging die – groter dan ooit – uitgaat van kernwapens.
Het gehele raamwerk van kernontwapening staat anno 2004 zwaar onder druk, en het gevaar bestaat dat het binnen afzienbare tijd ineenstort. Er wordt geen vooruitgang geboekt in de onderhandelingen tussen de VS en Rusland over een reductie van hun beider arsenalen van strategische kernwapens. Het CTBT is niet in werking getreden, en zal dat voorlopig waarschijnlijk ook niet doen. Geen onderhandelingen zijn begonnen over een FMCT, dat zou moeten dienen de productie van ‘weapons-grade’ hoog-verrijkt uranium (HEU) en plutonium te stoppen.
Veel te weinig wordt vandaag gedaan om bestaande voorraden van HEU beter te controleren of te elimineren, waardoor de kans dat dit materiaal de komende jaren in handen valt van terroristen groot blijft. Geen aandacht wordt besteed aan het bestaan van grote aantallen tactische kernwapens, terwijl het installeren van kernwapens in de ruimte gestaag werkelijkheid lijkt te worden. De (inmiddels herkozen) Bush Administratie laat kernwapens een toenemende rol spelen in het nationale veiligheidsbeleid van de VS, terwijl het hoogst waarschijnlijk door zal gaan met het ontwikkelen van een nieuwe generatie kernwapens, en mogelijkerwijs gedurende de komende vier jaar ook opnieuw kernwapen-tests uit zal gaan voeren.
De huidige situatie aangaande kernontwapening baart met dit alles grote zorgen. Veel te weinig vooruitgang wordt geboekt met het tweeledige doel van kernontwapening en van van nucleaire non-proliferatie. Bijzonder urgent zijn de situaties op het Koreaanse schiereiland, in het Midden Oosten (met betrekking tot Israël), en in Zuid-Azië (aangaande de relatie tussen India en Pakistan). Hier dient veel intensievere aandacht aan te worden geschonken. Hetzelfde geldt voor het wereldwijd veiligstellen van het in grote hoeveelheden aanwezig zijnde kern-materiaal in nota bene de voormalige Sovjet Unie. Dat materiaal is zeer gevoelig voor het huidige fenomeen van internationaal terrorisme, maar is veelal slecht of in het geheel niet bewaakt.