De marathon van Amerika

Column
door Kenneth Manusama

Zeer recent is in New York voor de zoveelste keer de marathon gehouden, en terwijl ik langs de kant tegen het einde van het parcours de atleten bewonderde, kon ik het niet helpen een vergelijking te trekken tussen de verbeten gezichten van de lopers en de recente schandalen en problemen die de regering-Bush plagen.

Tijdens het hardlopen, en zeker in een marathon, komt op een gegeven moment het ware karakter van de loper naar boven. Terwijl gedurende de eerste helft de adrenaline en de basisconditie de tocht vergemakkelijken, komt het op een later tijdstip aan op voorbereiding en mentale gesteldheid. Alhoewel de man met de hamer nog geen knock-out heeft geslagen, is de Amerikaanse regering toch zeer verzwakt met de aanklacht tegen ‘Scooter’ Libby, ex-stafchef van Vice President Cheney.

Deze aanklacht is het voorlopig eerste tastbare resultaat van wat wellicht al Iraq-gate genoemd mag worden, want het is inmiddels duidelijk dat sinds 9/11 een agressieve doelredenering heeft gedomineerd in de aanloop naar de oorlog tegen en in Irak. Ook dit kan in het bredere perspectief worden gezien van het tanende imago van de republikeinse partij.

De corruptieschandalen rondom Tom Delay, Bill Frist en Irak hebben de toplaag van het op ethiek, religie en algemene rechtlijnigheid gestoelde imago van de conservatieven duidelijk geschaad, wat hoop biedt voor de Democraten.

Het vertrouwen dat Bush had gewonnen met de spagaat die hij maakte om zijn partij te verenigen is geschonden, zoals blijkt uit de terugtrekking van Harriet Meiers, kandidaat voor het Hooggerechtshof. Bush is geen natuurlijke of vertrouwde vertolker van het rechts-conservatieve gedachtegoed meer, iets wat iedereen moet verontrusten. Want zijn de opvolgers van Bush en de zijnen nog meer gepolariseerd of wordt het maatschappelijke middenveld weer opgezocht? Ze hebben de koers in eigen hand, want van de kibbelende en ideologieloze Democraten lijken ze niets te hoeven vrezen.

Als we de analogie van de marathon gebruiken dan zou het niet verbazen als de Bush/ Rove stroming voor zowel de binnenlandse politiek als de buitenlandse politiek toch de lange adem heeft. De ideologische en religieuze grondslag is gelegd tijdens het Reagan-tijdperk, in ieder geval voor de binnenlandse politiek, en gedurende het Clinton-tijdperk voor de buitenlandse politiek. Ideologische hegemonie op beide terreinen is het doel.

In Amerika is te vrezen voor de scheiding tussen kerk en staat, sociale verworvenheden zoals het recht op abortus, en uiteindelijke volwaardige erkenning van homoseksuele relaties. In de wereld moet men vrezen voor voortdurende Amerikaanse dominantie en voor de wijze waarop het de redelijke idealen als vrijheid, democratie en mensenrechten wil bevorderen, en daarmee de eigen veiligheid wil waarborgen. De ware aard van de huidige regering en politieke stroming is in de binnenlandse en buitenlandse marathon al duidelijk naar boven gekomen, maar de opmars heeft duidelijk snelheid verloren.

De gebleken bereidheid om de case voor de inval in Irak bij elkaar te harken en het volk en de wereld voor het lapje te houden is een cynische illustratie van de rücksichtlosheit van Bush en de zijnen. Hetzelfde geldt voor de stelselmatige ondermijning van het seculiere karakter van de overheid, inclusief het gerecht.

Men kan, wat mij betreft, echter optimistisch zijn omdat ondanks een Amerikaanse cultuur die diep geworteld is in religie, de echte radicale conservatieven slechts een kleine meerderheid beslaan. De diepe overtuiging van die stroming brengt een rigide en rechtlijnige state of mind met zich mee die de eigen ondergang nu al heeft ingeluid. Zowel de gematigde meerderheid van de bevolking als de rest van de wereld zullen een lange adem en geduld moeten hebben om in deze never ending marathon mee te kunnen blijven doen.

Laat een bericht achter