Het zal velen van U niet ontgaan zijn dat op 28 april de ook in Pugwash kringen zeer bekende fysicus en filosoof Carl Friedrich von Weizsäcker op hoge leeftijd is overleden. Hij was de zoon van een Duitse diplomaat en de oudere broer van de vroegere Duitse president Richard von Weizsäcker. Van 1929 tot 1933 studeerde hij wiskunde, natuurkunde en sterrenkunde en in 1935 formuleerde hij een semi-empirische formule voor de bindingsenergie van atoomkernen. Deze formulering effende mede de weg naar het inzicht dat bij splijting van Uraan en Plutonium energie moest vrijkomen met vergaande militaire en politieke implicaties.
Met Heisenberg werd hij in de Tweede Wereldoorlog betrokken bij geheime onderzoekingen om tot een Duits atoomwapen te komen. Historici zijn er nu verdeeld of de motivatie en over de rol die de werkgroep onder Heisenberg in WO2 heeft gespeeld. Heeft die groep meegwerkt, of heeft ze bewust vertraagd?
Von Weizsäcker heeft daarover later een duidelijke uitspraak gedaan: “alleen door God’s genade heeft Duitsland niet als eerste het atoomwapen gerealiseerd”. Na de oorlog heeft hij zich fervent tegen de kernbewaping gekeerd met wetenschappelijke en puur menselijke onderbouwing.
In 1957 werd hij professor in de filosofie in Hamburg en vandaar appelleerde hij op de ethische en maatschappelijke verantwoordelijkheid van natuurwetenschappers en riep hij hen op om zich expliciet te onthouden van medewerking aan het maken, testen en gebruik van kernwapens.
In Groningen hadden wij destijds een kleine met deze problematiek worstelende werkgroep met als deelnemers: Röling, Groenewold, Tolhoek, Smith, Boskma, ondergetekende en nog enkele anderen. Eén van de toen gebruikte studieboeken over de werking van atoomwapens was van de hand van Von Weizsäcker.
Hij nam in 1958 deel aan een grote Pugwash Conferentie in Lac Beauport waar hij in contact kwam met internationale pogingen tot wapencontrole. Hij nam de concepten mee naar Duitsland, hielp mee om ook daar een Pugwashgroep te vormen, en bleef nauwe contacten onderhouden met vooraanstaande medestanders als Rotblat, Szilard en Weisskopf.
Hij werd een boegbeeld voor vredesactiviteiten en was leidinggevend bij studies voor conflictbeheersing. In oecumenisch verband was hij ook kerkelijk zeer betrokken en nam hij het voortouw tot een wereldwijde actie voor Vrede, Gerechtigheid en Heelheid van de Schepping: Justice, Peace and Integrity of Creation (JPIC).