Een voorstel ter overweging via Pugwash Nederland

Opinie

Onze economie en consumptie vormen een ver bovengemiddelde oorzaak van de komende stijging van de zeespiegel. Laten wij als bewoners van de lage Nederlanden bereid zijn tot althans een aanzet tot mondiale recht door te besluiten om a-priori en daarna met gelijke prioriteit de investeringen voor kustbescherming één op één te verdelen: de helft in eigen land, de andere helft solidair in één of meer van de kwetsbare (sub)tropische laaglanden. Landen die minder oorzaak en veel meer slachtoffer zullen zijn; zonder technisch-economisch verweer. Een besluit in deze richting zal een lange reeks van regeringen omvatten. Laten we er toe besluiten zonder ophef, zonder promotie van eigenbelang en met gelijke prioriteit voor hen daarginds en wij hier.

Toelichting
In ons land beraadt de commissie Veerman zich op vroegtijdige maatregelen tegen het wassende water met dijkaanpassingen en/of grote infrastructurele constructies. De vele reacties op dit voornemen(1) richten zich op onze toekomst, maar gaan voorbij aan het spanningsveld tussen mondiaal recht (zij) en regionaal eigenbelang (wij). Sluitend mondiaal recht ligt nog ver buiten het bereik van de komende conferenties in Den Haag als “Capital of International Law”, maar regionaal is er wel enige consensus in “de vervuiler betaalt”.

Balans tussen Justice and Charity; Rechtvaardigheid en Liefdadigheid
Als Nederlanders geven we jaarlijks meer dan zes miljard euro uit aan een betere wereld(2), het merendeel via de overheid. Daar mogen we misschien wel een goed gevoel bij hebben: hulpverlening met een hoog gehalte aan liefdadigheid, ook al vloeit een deel van de investeringen naar ons land terug zonder onze BNP te belasten.

Anders dan bij hulpverlening als bij (bijvoorbeeld) een tsunami, speelt er bij de stijgende zeespiegel een schuldvraag. Misschien niet scherp gedefinieerd, maar ze is er wel. Ons land is een combinaat: westers consumeren in een bedreigd laagland. Maar dan wel met onze unieke expertise en kunde tot het opbouwen van gedegen infrastructurele waterbeheersing – Yes, we can! – met rechtstreekse investeringen en die één op één en met gelijke prioriteit verdeeld kunnen worden over “daarginds” en “hier”.

In de grotere context
Nederland kan met waterbeheersing een eigen specifieke positie innemen, maar waterkeringen staan uiteraard in een breder verband met klimaatsveranderingen. Wereldwijd nam vanaf de 1980er jaren de aandacht voor die grotere context gelukkig toe; begrijpelijkerwijs vaak gericht op de consequenties voor de eigen regio, veel minder op de buitensporige consumptie in de geïndustrialiseerde wereld als hoofdoorzaak.

In de ons omringende landen ervaart men bezorgd in eigen regio een toenemende verdroging, dan wel schijnbaar paradoxaal een toenemende wateroverlast. Het is dan moeilijk om ook nog daadwerkelijk zorg te dragen voor de ontwikkelingslanden als allereerste slachtoffers van global warming. Hun bevolkingsaanwas is een mede-oorzaak, maar niet de hoofd-oorzaak; dat zijn wij.

Last but not least, dit alles is zo sterk gericht op de mens: antropocentrisch. Vergeet niet onze verplichting tot “Sharing the Planet”(3): dat we onze unieke maar kwetsbare planeet delen met medemensen en met planten en dieren, de levensvormen die wij niet gemaakt hebben en die een eigen recht op voortbestaan hebben.

door Johan van Klinken en Bob Goudzwaard

1. Internet: Reacties op rapport Deltacommissie, 12 september 2008
2. Onze Wereld, april 2009, pagina 8
3. B. van der Zwaan, A. Petersen, J. van Klinken, B. Goudzwaard. Sharing the Planet. Eburon, 2003

Laat een bericht achter