Het mag een punt van verwondering zijn, maar wij leven in ons zonnestelsel op een planeet die in geologische zin bijzonder veilig is. In zijn eerste miljard jaren na haar ontstaan uit een pre-solaire nevel heeft de planeet onnoemelijk veel inslagen van meteorieten te verduren gehad. Kijk maar eens met een verrekijker naar de maan met al zijn inslagkraters. Zonder erosie en zonder aardverschuivingen zou onze planeet er ook uitgezien hebben. Maar in de loop van volgende miljarden jaren is de ruimte waarin onze planeet om de zon draait van veruit de meeste meteorieten schoongeveegd.
Het werd een vergaand veilige planeet ook wat de nu nog resterende natuurlijke radioactiviteit betreft. Alle elementen van ligt tot zwaar (van 1H waterstof tot 92U uranium) zijn in een kosmisch verleden geëvolueerd in sterprocessen, met gezamenlijk een duizendtal stabiele en radioactieve isotopen. De radioactieve hebben een scala aan levensduren, variërend van minder dan een minuut tot meer dan tien miljard jaar. In principe kunnen alle in de natuur voorkomende elementen zwaarder dan ijzer uiteenvallen of splijten, maar dan wel met levensduren langer of zeer veel langer dan tien miljard jaar. Zo kan met verfijnde laboratoriumtechnieken nog net worden aangetoond dat het isotoop met nummer 148 van het element Samarium vervalt met een levensduur van 7.000.000 miljard jaar. In praktijk worden dan ook alle elementen met isotopen die langer leven dan de 4.6-miljard jarige ouderdom van onze planeet als “stabiel” beschouwd.
Er zijn wonderbaarlijk genoeg slechts drie elementen met een isotoop die vervalt met een halveringstijd in de orde van één tot tien miljard jaar: kalium, thorium en uranium met halveringstijden van respectievelijk 1.28, 4.5 en 14 miljard jaar. Alle aardse gesteentes zijn via allerlei stollingsprocessen ontstaan uit condensatie van de oorspronkelijke zonnenevel. Hoe zuiver sommige van die natuurlijke gesteentes ook mogen zijn, de geringste sporen van deze drie elementen zijn met detectoren voor gamma (?)- en alpha (a)-straling op een laboratorium nog wel aanwijsbaar.
Voor mens en dier is het gelukkig dat de a-straling van Thorium en Uranium maar een gering doordringend vermogen heeft: slechts 5 cm in lucht en duizend maal minder in gesteente organische weefsels. De a-straling is wel zeer hoog-ioniserend en daarom uitermate ongewenst als ze als fijne luchtdeeltjes (aerosolen) ingeademd worden. Op dat aspect is onlangs met wetenschappelijke onderbouwing gewezen in de Pugwashforum website in verband met “verarmd uranium”.
Natuurlijk Uranium bestaat in hoofdzaak uit twee isotopen: 99.3% 238U en 0.7% van het splijtbare 235U.
Voor een kernreactor moet de 235U fractie verrijkt worden van de 0.7% tot 1 á 5% (afhankelijk van het type reactor. Bij het verrijkingsproces blijft een residu aan verarmd U over met 0.2 á 0.3 % aan 235U. Dit residu heeft evenals natuurlijk Uraan een uitzonderlijk hoog soortelijk gewicht van bijna 20 g/cm3 in kan vanwege die eigenschap toegepast worden in onder anderen pantserdoordringende projectielen.
Dat is echter allerminst het hele verhaal. Het materiaal is namelijk zelfontbrandend (pyrofoor) en kan dan als fijn verdeelde stofdeeltjes lange tijd in de atmosfeer verblijven. Als een antitank projectiel met verarmd uranium een doel treft, ontstaat er een stofwolk die verzadigd is met deeltjes uraniumoxiden met een diameter van 0,1 tot 10 micrometer. Als die deeltjes worden ingeademd, verblijven ze twee tot twintig jaar in de longen, waardoor op langere termijn longkanker kan ontstaan. Langzamerhand komen ze terecht in allerlei andere delen van het lichaam, waarbij ze ook schade kunnen aanrichten, zoals in de lymfe en de nieren. Uiteindelijk hoopt het verarmd uranium zich op in het bot, waardoor het beenmerg en daarmee het afweersysteem wordt aangetast.
Een 120mm antitank granaat met verarmd uranium creëert na inslag op een hard doel gemiddeld 950 gram verarmd uraniumoxide, bij een 30mm granaat van een gevechtsvliegtuig is dat 960 gram. Dit zijn grote hoeveelheden als men bedenkt dat inademing van 10 milligram reeds de gezondheid kan aantasten. De Wereldgezondheidsorganisatie acht een dagelijkse inname van 0,6 microgram per kg lichaamsgewicht aanvaardbaar voor ingeslikt uranium. Een persoon van 68 kilo heeft dus een dagelijkse limiet van 40 microgram. De VN en het USA-pentagon schatten dat voor de aanval op Irak 1200 tot 2200 ton aan verarmd uranium is gebruikt in veelal dichtbevolkte stedelijke gebieden.
Dit gebruik van verarmd uranium is strijdig met de Conventie van Geneve ter bescherming van burgerbevolking. België is het eerste land dat bovenstaande wapens bij wet verboden heeft.