Pugwash Nederland kent een gestage aanwas van nieuwe leden. In de rubriek ‘Sprekende leden’ wil de redactie nieuwe en oude leden aan elkaar voorstellen. In dit nummer spreken we met Leo Molenaar, leraar scheikunde en ANW, historicus, schrijver en sinds april 2005 lid van Pugwash Nederland. We ontmoeten hem in zijn woning aan de Delftse grachten.
Leo Molenaar studeerde in 1974 af aan de toenmalige TH-Delft na een gevarieerde carrière in de studentenpolitiek. Zijn chemisch-didactisch afstudeerproject ‘Chemie en Samenleving: van kleurstof tot kunstmest’ werd in boekvorm uitgegeven en deed jarenlang dienst als leerboek in veel scholen in Nederland.
Na zijn afstuderen liet Leo Molenaar de studentenpolitiek achter zich en sloot zich aan bij de CPN. Hij werd direct voorzitter van de afdeling Delft en later lid van het landelijk partijbestuur en de commissie voor het nieuwe partijprogramma. In 1984 raakte hij, als lid van het dagelijks bestuur van de partij, betrokken bij het Komitee Kruisraketten Nee en hij stortte zich volledig op de problematiek rond de kernproliferatie.
In 1994 promoveerde hij als historicus aan de Universiteit van Amsterdam met zijn proefschrift ‘We kunnen het niet langer aan de politici overlaten: De geschiedenis van het Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers’, het eerste deel van een beoogde trilogie over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van wetenschappers. In 2003 verscheen het tweede deel, ‘De Rok van het Universum’, een biografie van astrofysicus en maatschappelijk betrokken wetenschapper Marcel Minnaert. Leo is druk bezig met de voorbereidingen voor het voorlopig laatste deel, over de Bond van Wetenschappelijke Arbeiders. Het boek wordt in 2007 verwacht.
Wat houdt hem bezig?
Wat houdt Leo Molenaar bezig? Deze vraag zet hem meteen voor het blok. De gespletenheid van zijn werkzaamheden brengt met zich mee dat er geen eenduidig antwoord te geven is. Zo ziet hij voor een hoogleraar bijvoorbeeld een duidelijk omlijnd vakgebied waarin deze helemaal kan opgaan. Voor hem ligt dat moeilijker. Toch formuleert hij zonder enige aarzeling een centraal thema in zijn werk: “Verantwoordelijkheid”; “je leeft voor…”.
Op het Erasmiaans Gymnasium betekent dit het bijbrengen van deze verantwoordelijkheid aan de leerlingen. Daar het een gymnasium betreft mag je verwachten dat de leerlingen deze verantwoordelijkheid oppikken. “We zeggen: ‘van jou wordt iets verwacht’.” De vraag of wetenschappers een plicht naar de samenleving hebben legt Molenaar uit in termen van het officieuze beleid van het Erasmiaans inzake verantwoordelijkheid: “wij onderwijzen het als plicht”.
Ook Minnaert en Erasmus namen hun verantwoordelijkheid. In zijn biografie over Minnaert (2003), die zeer goed in de pers ontvangen is, geeft Leo Molenaar de persoonlijke geschiedenis van een onderzoeker die zich als wetenschapsmens een specifieke verantwoordelijkheid toekende. Minnaert was van mening dat zijn werk als onderzoeker en docent onscheidbaar was van het inleiden in de methodiek en didactiek van de natuurwetenschappen èn van het propageren van de wetenschappelijke denkwijze. Erasmus wendde zijn talenten aan als voorvechter van de vrede.
Onder redactie van Leo Molenaar verscheen in 2004 de inspirerende uitgave ‘Ex pluribus unum’ ter gelegenheid van het 675-jarig bestaan van het Erasmiaans Gymnasium. Daarin is een verhandeling van de hand van Leo opgenomen die ingaat op de diffamatie van Erasmus door de Leidse Erasmus-kenner Van Herwaarden. Van Herwaarden schildert Erasmus als een persoon met opportunistische trekken, die zich eerst uitspreekt tegen oorlog maar als de Turken bij Wenen staan een oorlog aanmoedigt. Nee, zegt Molenaar, dit is een ongenuanceerd beeld. Het verzet van Erasmus tegen oorlog is serieus, de intentie blijft. Maar men dient te kijken naar de grootste bedreiging van het moment en te zien of deze groter is dan de bedreiging van oorlog op zichzelf. Tegen verheerlijking van oorlog vaart Erasmus consistent uit. In zijn afscheidsrede, als hoogleraar, heeft Van Herwaarden veel van de standpunten van Leo Molenaar overgenomen.
In hetzelfde ‘Ex pluribus unum’ wordt veel aandacht besteed aan de nieuwe culturele diversiteit op het Gymnasium. Inspraak en discussie en ‘klankborden’ zijn tools om hiermee om te gaan. Daarnaast kunnen accenten in het lesprogramma worden verlegd. In ‘Ex pluribus unum’ komen veel leerlingen aan het woord met volwassen bijdragen. Ze geven oprecht te kennen zich vooreerst Erasmiaan te voelen binnen de context van de school. De veelzijdigheid van het werk van Leo Molenaar komt weer naar voren, maar ook hier draait het uit op een overkoepelende notie van verantwoordelijkheid. Getild naar een breder plan, het huidige integratiebeleid van minister Verdonk, stelt Molenaar dat de verantwoordelijkheid bij de machthebber ligt. “Jij hebt de macht, dan moet je voorzichtig zijn, niet bruuskeren”, zo redeneert Leo. Gemaakte fouten zijn moeilijk te herstellen. Die fouten lagen er met name in dat immigranten in Nederland te veel zijn ontzien. Maar het huidige beleid verhaalt deze fouten op, zogezegd, het leidend voorwerp daarvan. “Dat gaat in tegen de fatsoenlijke omgangsvormen.” Het belangrijkste probleem in de wereld op dit moment? Leo trekt het in het positieve. In Nederland heeft voor hem het bevorderen van sociale cohesie hoge prioriteit. Op microschaal mag zijn school een successtory worden genoemd. Op wereldschaal ziet hij zonnethermische krachtcentrales als een belangrijke uitdaging en de rol die daarbij voor het Afrikaanse continent zou moeten zijn weggelegd.
Hoe ziet hij Pugwash?
Leo is ervan overtuigd dat er in Nederland een concrete behoefte bestaat aan een vereniging als Pugwash die zich bezighoudt met de relatie tussen wetenschap, techniek en samenleving. Aan een van de stellingen bij zijn proefschrift zie ik later dat het hier beslist niet gaat om gelegenheidspraat. Om aan die behoefte te voldoen is het echter wel van belang dat de aansluiting bij de maatschappij niet verloren gaat. Bovendien is het zo dat bij de jongere generaties weinig bekend is van de traditionele Pugwash-problematiek rond kernwapens en proliferatie: “Sinds de jaren tachtig, dus 15 jaar lang, is er niets mee gebeurd”. Om het tij te keren heeft Leo veel ideeën, van essaywedstrijden tot directe voorlichting. Maar hij blijft een realist: “Bedenk wel dat het een hele klus is, en dat er flink fondsen geworven moeten worden. Als vereniging moet je beslissen of je dat wilt doen.”
Als historicus ziet hij zich betrokken bij publicaties rond de geschiedenis van Pugwash Nederland. Niet alleen als voer voor historici of als voorlichtingsmateriaal voor externen, maar vooral ook voor interne consumptie. “Wie waren mijn voorgangers? En wie waren hun voorgangers? Dit soort vragen zijn belangrijk voor de continuïteit van een vereniging.”
door Ranieri Argentini en Boudewijn Kruijtzer