Een korte impressie door Bart van der Sijde
Op vrijdag 12 november 2004 is onder verantwoordelijkheid van Pugwash Nederland, Instituut Clingendael en de Atlantische Commissie een eendaagse conferentie gehouden met de in de aanhef genoemde titel (in het Engels). De conferentie is een initiatief van Pugwash en voor de uitvoering is contact gezocht met de beide andere organisaties om daardoor een breder draagvlak te kunnen creëren. Het hele traject van voorbereiding heeft uiteindelijk anderhalf jaar in beslag genomen, voornamelijk omdat het al of niet doorgaan ongeveer een jaar lang heeft gehangen op voldoende financiering. Die is uiteindelijk – dankzij de inspanning van Arend Meerburg – verkregen door een subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken van € 10.000, waardoor met de eigen bijdrage van Pugwash Nederland over een budget van € 15.000 beschikt kon worden. Pas daarna kon er gewerkt worden aan de opbouw van het programma. Naast ondergetekende waren van Pugwash zijde Wim Möller, Edy Korthals Altes en Arend Meerburg intensief bij de voorbereiding betrokken. Verder hebben ook Berma Klein Goldewijk en Kenneth Manusama bijgedragen.
De leiding van de conferentie was in de goede handen van oud-ambassadeur Adriaan Jacobovits de Szeged. Naast een openingssessie met als spreker oud-minister en oud-Eurocommissaris Frans Andriessen waren er in totaal drie sessies, één geconcentreerd om de turbulente ervaringen van vier jaar presidentschap van Bush, een tweede geconcentreerd rond het vinden van nieuwe toekomstperspectieven voor Europa en de Verenigde Staten en de derde ronde met de visies van de overgebleven kamerleden van de VVD, CDA en D’66.
Over deze eerste bijdrage slechts een enkele inhoudelijke opmerking. Ik was zeer getroffen door de analyse van Andriessen die eerst messcherpe kritiek leverde op het beleid van Bush, uiteraard met name op het Irak beleid, maar daarna ook op Europa, vanwege de onderlinge verdeeldheid.
Zijn boodschap was: als het ooit iets wil worden met de invloed van Europa in de wereld en met name in de verhouding met de VS, zal er eenheid in de politieke lijn moeten komen. De hamvraag is uiteraard of dat de lijn van Frankrijk en Duitsland is of die van het Verenigd Koninkrijk. Of een tussenvorm die wezenlijk stand houdt en niet een compromis is tot het volgende ernstige meningsverschil. Van hoog gehalte waren ook de bijdragen van de drie Amerikaanse sprekers: Stefan Halper (van het boek “America alone”), een conservatief met ernstige kritiek op Bush, John Steinbruner en Stanley Sloan. Ook één van onze leden, Nico Schrijver, stelt als spreker het onderwerp van het Internationaal Recht centraal. Met name op dit punt concentreert zich veel van de kritiek op het beleid van president Bush. Hij gaf aan dat er wel een aanpassing van het Internationaal Recht na 9/11 noodzakelijk is, maar hekelde de reductie van het Internationaal Recht door toedoen van de politiek van Bush.
In totaal waren, inclusief de dagvoorzitter, dertien sprekers bij de conferentie betrokken, waarvan drie (van de beoogde zes!) kamerleden. Helaas schitterde de volledige oppositie door afwezigheid, een punt dat in volle omvang pas tijdens de ochtend van de conferentie duidelijk werd.
Tot zover deze korte impressie.