In Dostojefski’s boek ‘De gebroeders Karamazow’ brengt de fantasierijke Iwan K. een Groot-Inquisiteur ten tonele. Wij hebben geen Groot-Inquisiteur en willen die van Iwan K. ook helemaal niet hebben, allerminst, maar zouden we zulk een buitenaards figuur vragen: “mogen we doorgaan met onze Consumptie, Bevolkingsdruk en antropogene Extinctie?”; het antwoord ware zonder meer: “Nee!”. “Jullie kleine mensen wonen op een eenzame, wonderbaarlijke en mogelijk unieke planeet. Jullie voelen je individueel op micro-schaal niet verantwoordelijk, maar jullie zijn dat als collectief op macroschaal wel. Op macroschaal is het niet toegestaan. Nee, nee, nee!”. Jullie moeten drastisch veranderen”.
Bij wetenschappelijk onderzoek worden voorgestelde experimenten dikwijls beoordeeld door een onafhankelijke jury. De huidige mensheid is bezig met ongewisse experimenten die een hele planeet in de waagschaal leggen, experimenten met risico’s waarvan een beoordelaar met verantwoordelijkheidszin moet zeggen: dat mag nooit; wat de maatschappij nu doet is Russische roulette spelen met alle impliciete mogelijkheden van catastrofe; hoog oplopende spanningen bij toeslaande energieschaarste, global warming, extinctie, het ‘recht’ van de sterkste die pakt wat hij pakken kan. Wij moeten drastisch veranderen.
Je hebt er geen onderzoekscentra voor nodig. De bakker op de hoek ziet evengoed als wetenschappers de alsmaar toenemende verkeersstromen, de op heldere dagen alsmaar zichtbare witte strepen van vliegtuigen hoog in de lucht waar de luchtvervuiling venijnig toeslaat. We kunnen er onze ogen en oren voor sluiten – cognitieve dissonantie – maar onder onze handen verdwijnen etnische minderheden (Bosjesman, Pygmee, …) en sterft de helft van de een eeuw geleden nog aanwezige soorten uit. We moeten drastisch veranderen.
De draagkracht van de planeet? Daar zijn we al overheen geschoten door fossiele reserves aan energie binnen luttele generaties te verbranden tot broeikasgassen. Dat valt af te lezen uit stukken die onder meer ook binnen Pugwash circuleren en betogen dat ook kernenergie geen bijdrage kan geven (Storm van Leeuwen en Smith; http://home.trouwweb.nl/stormsmith), of slechts een zeer beperkte (Bob van der Zwaan; Agra-conferentie) of dat kernenergie een substantiële bijdrage tot CO2 reductie levert die absoluut niet gemist mag worden (Pugwashlid Joern Harry).
“Materiële groei en nog eens groei” is het mathematisch onmogelijke adagium dat de consumptiemaatschappij ons opdringt maar dat uitloopt op catastrofe. “Reduceer en nog eens reduceer” zegt de Groot-Inquisiteur van Iwan Karamazow en hij roept daarmee het beeld op van voortgaan in zak en as. Maar met meer spiritualiteit spreken een klein aantal roependen in de woestijn in uiteenlopende bewoordingen van: “Een Economie van het Genoeg” (boek van deze naam van Bob Goudzwaard en Harry de Lange), “Een 1.5 kW maatschappij” (Hans-Peter Dürr in het Pugwashboek “The World at the Crossroads:), “Niet op kosten van komende generaties” (van Klinken; Het Derde Punt). Zulk spreken impliceert een uitdaging die de politiek niet oppakt of misschien niet kan oppakken (de volgende verkiezingen moeten gewonnen worden). Met een energiegebruik als van onze ouders of grootouders (maar dan efficiënter gebruikt) en met twee miljard eerlijk delende in plaats van tien miljard grijpgrage wereldbewoners kan een duurzaamheid opgebouwd worden. Oneindige fysieke mobiliteit mag dan niet kunnen, maar met onze volstrekt nieuwe informatie technologie is geestelijke mobiliteit vrijwel onbeperkt. Ook met een sterk gereduceerde energieconsumptie is een ongekende culture ontplooiing mogelijk.
door de Redactie